Daniel Tom

”Klanten hebben graag ook een spoorofferte”

‘Bij Neele-Vat Logistics hebben we jarenlang in wielen gedacht en dat heeft ons een sterke marktpositie opgeleverd in het landtransport. Maar sinds een paar jaar is er een nieuwe mindset. We denken nu ook in treinwagons. We kijken nu zelf wat voordeliger is, weg of spoor, en leggen de keuze dan voor aan de klant. We merken dat klanten het heel prettig vinden als we de optie spoor offreren naast de weg.

Neele-Vat Logistics heeft traditioneel een sterke focus op landtransport en daarbij weer vooral op importcontainers die via de haven naar het achterland gaan. Er is een enorme hoeveelheid lading vanuit Rotterdam naar Oost-Europa. Wij hebben daar een flinke slag gemaakt, vooral qua tarieven. We rijden met eigen wagens in West-Europa en besteden het vervoer in Midden- en Oost-Europa uit aan vaste vervoerders. Voor bijna elk Europees land hebben we specialisten in huis die het land kennen en vaak ook de taal spreken, van Polen tot Hongaren, Russen en Roemenen.

De basiskennis van het spoorvervoer was al in huis dankzij ShipRoad, de neutrale expeditietak binnen Neele. Toen we ons ook op de transportafdelingen gingen verdiepen in het spoor, zijn we enthousiast geraakt over de doorlooptijden en wat er verder mogelijk bleek. We hebben overlegd met de klanten, die via een offerte zelf konden beslissen over het spooralternatief. Meer en meer klanten kiezen nu voor die optie.

Veel lading gaat naar het Rheinland/Ruhrgebied en daar zijn de doorlooptijden bijna vergelijkbaar met de truck, maar de prijs ligt vaak lager. Klanten die bij wijze van spreken hun goederen gisteren al moesten hebben, blijven hun spullen per truck ontvangen. Op het Ruhrgebied is het prijsverschil door de beperkte afstand nog niet zo groot, dus daar wordt vaak nog voor de weg gekozen. Maar als we praten over Stuttgart en Mannheim, dan wordt het verschil zichtbaar. Dat kan zomaar een paar honderd euro schelen en daarom wordt steeds vaker gekozen voor het spoor.

Italië is ook een mooi voorbeeld. Heel veel goederen op de bestemmingen daar gaan intermodaal via het spoor. Het spoor kunnen we daar aanzienlijk goedkoper aanbieden en ook de transittijden zijn gunstig. In 2012 hebben we bovendien een projectlading van enkele honderden containers met zonnepanelen via het spoor naar Roemenië vervoerd.

Ik zie het spoor op zich niet veel sneller worden dan het al was. Wel gaan operators steeds frequenter naar bepaalde gebieden. Ten opzichte van Hamburg heeft Rotterdam een enorme achterstand, maar het aantal bestemmingen neemt gestaag toe, met name op Duitsland. Daar kan nog heel wat verbeteren. Wij zouden graag met name in Duitsland meer bestemmingen hebben. Op veel trajecten ontbreekt nog het volume zoals Hamburg en Bremerhaven dat kennen, maar als de verbindingen er zijn, komt de lading ook.

Een ander punt is de aansluiting op Euromax, APM en ECT. Met het in gebruik nemen van de Tweede Maasvlakte komen daar nog eens nieuwe terminals bij. Ik ben benieuwd hoe het spoorvervoer daar zal worden georganiseerd, want de verbindingen met de terminals zijn voor ons heel belangrijk. Wat dat betreft is het wel prettig om via Rail Cargo Netherlands dit soort wensen kwijt te kunnen richting operators.

De groei gaat intussen door. Vanaf medio januari liften we mee op de dienst van TX Logistik op München. We bieden daarbij diensten aan voor volle vrachten en deelvrachten op basis van 45-voetcontainers. En verder zijn we met diverse operators in onderhandeling over nieuwe mogelijkheden, dus daarmee laten we nog wel van ons horen.’

Daniël Tom, Neele-Vat Logistics