Kijk hieronder het fragment terug:

Gouden tijden voor pakhuizen: bedrijven slaan extra voorraad op

Er is nog veel onzekerheid over hoe de brexit en de nasleep ervan gaan lopen. Britse bedrijven nemen het zekere voor het onzekere en slaan extra voorraad op in Nederlandse pakhuizen. Ondernemers met opslagruimte doen goede zaken.

Tot de nok toe vol ligt het magazijn van Cuno Vat in de Rotterdamse haven. Britse goederen welteverstaan: van eiwitten die gebruikt worden in sportscholen tot speelgoed en voeding.

Het is één van de vele pakhuizen waar producenten, groothandelaren en importeurs ruimte kunnen huren om spullen op te slaan. Bij familiebedrijf Neele-Vat alleen al hebben ze vijftig voetbalvelden aan opslagruimte, en daar is veel vraag naar in tijden van brexit.

Steeds meer vraag

“Na de zomer kwam er steeds meer vraag vanuit Britse klanten”, vertelt Vat. “Die bedrijven maken zich zorgen: hebben we straks nog een snelle, goede toegang tot onze klanten in Europa?”

“Het is erg druk bij de pakhuizen”, ziet ook Bart Jan Koopman, directeur van ondernemersvereniging Evofenedex. “Bedrijven proberen de problemen die kunnen ontstaan na 29 maart voor te zijn. Het is onzekerheid troef bij alle sectoren die met Engeland te maken hebben, en dat blijft nog wel even zo ben ik bang.”

Lange wachttijden voorkomen

Eén van de angsten: een harde brexit waarbij lange wachttijden bij de douane ontstaan. Britse bedrijven brengen daarom hun spullen alvast zoveel mogelijk naar Nederland, en andersom, ziet Koopman.

“Het is heel lastig om je op alle scenario’s voor te bereiden”, vertelt hij. “Eén van de dingen die je in ieder geval kan doen is een beetje voorraad aanleggen en je productie erop aanpassen. Het zijn gouden tijden voor degenen die een warehouse verhuren.”

Zorgen zijn er ook. Zo vertelt Vat dat zijn bedrijf ook een hele grote transportpoot heeft. “We zetten jaarlijks 20.000 zendingen over van Rotterdam naar het Verenigd Koninkrijk. Wat gaat daar straks mee gebeuren? En wat gaat het beteken voor onze douane-afdelingen? Daar hebben we ook heel veel werk aan.”

Bron: rtlnieuws.nl