Ruud Vat’s grootvader startte in de vorige eeuw een transportbedrijf met paard en wagen voor groente en fruit naar Barendrecht. In 1926 kocht hij een vrachtauto, maar verongelukte in 1932. Het bedrijf werd gestopt en de vergunning verhuurd aan RSK (Reiman, Stok & Kersten). Ruud’s vader en oom begonnen als chauffeurs in 1933 tot 1945. In dat jaar richtten zij samen een transportbedrijf op met de vergunningen van RSK. Na een tijd gingen ze apart verder. Piet Vat nam het bedrijf Goedkoop & de Geus over. In de jaren ’60, tijdens de transportdip, fuseerde Ruud’s vader met Kersten & Hunik. Dit was echter geen gelijkwaardige fusie en kort daarna moest Ruud’s vader het bedrijf verlaten. Hij begon Vatrapex, maar moest het in 1975 sluiten vanwege een onbetaalde schuld van DM 800.000. In 1975 startte Ruud Vat met steun van zijn vader en oom zijn eigen onderneming. Klanten als Eastman Chemical en de Jongs machinefabriek werden bediend met transporten naar Saoedi Arabië. De start was in het Rotterdamse Hulstkampgebouw tijdens de tweede oliecrisis. Hij verwierf de transportvergunningen uit de inboedel van Vatrapex en schafte in de loop van jaren eigen vrachtauto’s aan. In 1981 verkocht hij al het materieel en vergunningen en werd expediteur. Hij legt uit: “Ik was te groot voor het servet en te klein voor het tafellaken. Ik moest uitbreiden, maar de rente stond toen veel hoger. Staatssecretaris Van Hulten van de PPR kondigde een tonnagestop af, wat de vergunningen prijzig maakte. Ik maakte daar dankbaar gebruik van.” Dit was het begin van het Rotterdamse familiebedrijf met nu meer dan 1000 medewerkers. Hieronder de mijlpalen sinds 1975: