Waarom Rotterdam-München per spoor zoveel voordeel biedt
Neele-Vat Logistics verzorgt jaarlijks zo’n 400.000 transporten vanuit de regio groot-Rotterdam naar het Europese achterland en vice versa. Dagelijks vertrekken er dan ook vele trailers met palletlading richting Duitsland, Italië, Verenigd Koninkrijk en andere Europese bestemmingen. Naar en van München wordt gebruik gemaakt van het spoor. Peter Vinke, Directeur bij Neele-Vat Logistics over deze opvallende keuze. Over BTW-verlegging, multicourante locomotieven en het salaris van Oost-Europese chauffeurs…
Neele-Vat Logistics is een specialist in groepagevervoer vanuit Rotterdam naar vele Europese bestemmingen. Ongeveer 70 procent daarvan is haven-gerelateerd, wat wil zeggen vanuit een Container Freight Station (crossdock voor groepagelading) of vanuit een logistiek distributiecentrum. Voor het transport van een naar München, maakt Neele-Vat Logistics sinds 2013 gebruik van de intermodale spoorverbinding tussen Rotterdam en de hoofdstad van Beieren. “Een betrouwbare verbinding die ons in staat stelt om naast deepsea containerlading ook continentale groepagelading via het spoor te vervoeren. En dat is vrij uniek op dit traject”, zegt Vinke. Met continentale lading doelt hij niet alleen op Nederlandse lading die geproduceerd wordt door verladers uit de regio, maar ook op lading die van origine uit Azië komt en in Rotterdam is omgepakt of overgeslagen.
Modal shift
In het transport van continentale lading is veel concurrentie van het wegvervoer, zowel in prijs als flexibiliteit, maar dat weerhoudt Neele-Vat Logistics niet om te kiezen voor het spoor. Volgens Vinke is Rotterdam-München een zeer geschikte afstand voor een modal shift, maar dan moet er wel een betrouwbare, snelle en hoogfrequentie spoorverbinding zijn. In dit geval rijdt spooroperator TX Logistik/EGS binnen 48 uur vanuit Rotterdam naar Zuid-Duitsland. Dankzij een inter-operabele (multicourante) locomotief, uitgerust met zowel het Nederlandse als Duitse veiligheidssysteem,
wordt oponthoud bij de Duits-Nederlandse grens vermeden. “In tegenstelling tot deepsea lading dat al 30 dagen onderweg is, kan je in het continentale vervoer niet zomaar een dag vertraging oplopen. Er staat altijd tijdsdruk op. In dat opzicht zijn we blij dat onze operator TX Logistik/EGS de frequentie recent heeft opgeschroefd van drie naar vier omlopen per week”, meldt Vinke. “Deze frequentieverhoging biedt ons net even meer flexibiliteit. Naar verwachting gaat de frequentie in de toekomst nog verder omhoog. Wij zouden dat echt toejuichen.”
Maatregelen Brussel
De keuze van Neele-Vat Logistics om op dit moment te kiezen voor het spoor is overigens niet zo zeer vanwege economische motieven; de kosten zijn nagenoeg aan elkaar gelijk. De logistiek dienstverlener wil echter vooral inspelen op toekomstige ontwikkelingen, zoals de Duitse Maut, het chauffeurstekort en de stijgende lonen van de Oost-Europese chauffeurs. “Oost-Europese chauffeurslonen liggen nu ver onder de West-Europese norm, maar het is zeer waarschijnlijk dat Brussel maatregelen treft in het streven naar een level playing field”, aldus Vinke. Op termijn verwacht hij daarom dat het spoor ook economisch gezien voordeel zal bieden ten opzichte van het wegvervoer. Gelijktijdig verwacht hij een sterke stijging in het ladingaanbod, waarbij het onmogelijk is in de transportbehoefte te blijven voorzien zonder daarbij het spoor in te schakelen. Daarnaast constateert Vinke bij klanten een toenemende behoefte aan duurzame transportoplossingen. “Het spoor biedt in dat opzicht veel voordeel ten opzichte van andere modaliteiten. Bij een vergelijkbare tariefstelling kan dit doorslaggevend zijn voor de modaliteitskeuze”.
First port of call
Ondanks de betrouwbare, snelle verbinding naar München zijn veel verladers en expediteurs in de deelstaat Beieren nog altijd sterk georiënteerd op de Duitse havens. Volgens de directeur heeft Rotterdam echter veel voordelen te bieden, maar zijn deze veelal onbekend. Als voorbeeld noemt hij dat de haven van Rotterdam voor de meeste deepsea-carriers de eerste aanloophaven (first port of call) is, hetgeen een tijdswinst van zo’n twee dagen biedt ten opzichte van de Duitse havens.
Fiscale voordelen
Ander voordeel dat Vinke aanhaalt is het feit dat verladers en expediteurs kunnen profiteren van een fiscaal vriendelijk klimaat en gunstige douaneregelingen. In de Rotterdamse haven mogen Duitse bedrijven bijvoorbeeld de BTW verleggen, terwijl ze die in Hamburg direct moeten betalen en pas na drie maanden weer kunnen terugvorderen. Hierdoor ontstaat een liquiditeitsnadeel voor de importeur. Er is echter nog meer te noemen volgens de directeur van Neele-Vat Logistics. “Rotterdam beschikt over een zeer uitgebreid shortsea-netwerk. Voor continentale ladingstromen van en naar het Verenigd Koninkrijk, Scandinavië en de Baltics is Rotterdam de ideale draaischijf. Er zijn hier heel veel afvaarten mogelijk. Ons spoorproduct sluit hier naadloos op aan. Ook voor groepagelading.”